Deel op facebook

Carolin Fischer

Waar zorgzaamheid en rechtvaardigheid samenkomen, groeit een hartelijke samenleving

Lees het artikel hieronder of download de pdf

“Een Caring Society is een samenleving die oog en waardering heeft voor zorg: niet enkel als een vorm van dienstverlening maar als levengevend en levensondersteunend”, legt Carolin Fischer, hoofd van het strategisch domein Zorgzame Samenleving aan de Berner Fachhochschule - BFH. Een zorgzame samenleving valoriseert zorg en maakt zorg mogelijk. Ze erkent zorg als een fundamentele menselijke behoefte en praktijk en schept de voorwaarden waarin zorg kan bloeien, politiek, economisch, via het maatschappelijk middenveld en de organisatie van de publieke ruimte. Zo bekeken gaat het over ‘zorg’ in de dubbele betekenis van ‘zorgen voor zorg’ en ‘zich bekommeren om zorg’ en dan ook stappen zetten om die zorg concreet te ondersteunen.

Stel je even voor dat zorg en het idee van een zorgzame samenleving tot de eindtemen van het basisonderwijs zouden behoren. En dat we kinderen zouden opvoeden om zorg niet te zien als zwakte maar als een gedeelde menselijke kracht? Die omslag hebben we nodig: stoppen met het pathologiseren van zorg en beginnen met het opbouwen van een cultuur die zorg van onderuit waardeert.

Dr. Carolin Fischer is sociaal antropologe. Ze leidt het strategisch domein Caring Society aan de Berner Fachhochschule- BFH (Universiteit voor toegepaste wetenschappen), waar ze zich inzet voor een inclusieve en duurzame aanpak van zorg en gemeenschapsleven. Ze heeft een sociologische achtergrond en een DPhil in International Development van de universiteit van Oxford. Haar academisch pad reikt daarmee van Berlijn, over Bielefeld tot Oxford. Haar onderzoek is gericht op migratie, zorg en burgerengagement. Carolin bekleedde diverse academische functies aan de universiteiten van Bern en Neufchâtel. In haar huidige projecten onderzoekt zij het geweld dat vluchtelingen blijven ervaren nadat ze bescherming kregen en draagt ze bij tot de ontwikkeling van duurzame huisvestingsoplossingen voor hen in Zwitserland.

Het denkwerk van Carolin Fischer werd in belangrijke mate beïnvloed door Joan Tronto die in haar werk een krachtig perspectief op zorg biedt: zorg is niet enkel een universele menselijke behoefte maar ook een praktijk die geworteld is in empathie en verantwoordelijkheid. Die duale visie beschouwt de essentie van zorg als iets dat alle menselijke wezens verbindt en focust op onze onderlinge afhankelijkheid en het potentieel voor een soort van universele solidariteit.

Voor Carolin was het besef dat zorg als menselijke behoefte de grondslag kan vormen voor universele solidariteit, een betekenisvol vertrekpunt. Hoewel die solidariteit nog lang geen realiteit is suggereren Tronto’s inzichten dat een perspectiefverschuiving nieuwe mogelijkheden kan bieden om zorg te begrijpen en vorm te geven. Carolin blijft haar visie scherpen over zorg als een gedeelde verantwoordelijkheid en hoe we zorg kunnen heruitvinden als een collectieve, transformerende kracht.

Er is al veel onderzoek gedaan naar ‘zorg’, maar zodra we het begrip proberen toe te passen op de samenleving als geheel, wordt het beeld veel minder duidelijk. Het discours rond de ‘zorgzame samenleving’ is nog relatief nieuw en blijft onderbelicht in de wetenschappelijke literatuur.

Filosofe María Puig de la Bellacasa is een andere belangrijke inspiratiebron voor Carolin Fisher. Haar werk situeert zich op het snijvlak van filosofie en de studie van wetenschap en technologie. Ze verbindt zorg met kwetsbaarheid, een menselijke conditie die ons allen kenmerkt. We zijn allemaal kwetsbaar, en juist die kwetsbaarheid maakt zorg zo fundamenteel. Onze behoefte ‘aan zorg’ legt onze kwetsbaarheid bloot, maar vormt tegelijk ook een bron van kracht.

Omdat zorg zo’n brede, universele behoefte is openen zich tal van mogelijkheden om er gehoor aan te geven die ieder van ons, en dat is cruciaal, in staat stellen om op uiteenlopende manieren zorg te dragen.

"Onze behoefte om te zorgen brengt onze kwetsbaarheid aan het licht maar kan tegelijkertijd een bron van kracht zijn."

Puig de la Bellacasa bouwt voort op denkers zoals Tronto. Haar concept ‘thinking with care’ verruimt het debat. Zij stelt voor om zorg op te nemen in onze dagelijkse affectieve, ethische praktijk en niet alleen in onze handelingen maar ook in ons denken en in onze perceptie en emotionele betrokkenheid. Zo wordt zorg niet enkel een antwoord op een menselijke behoefte maar ook een fundamenteel onderdeel van hoe we ons verhouden tot de wereld rondom ons.

Waarom het zien van anderen ertoe doet

Om aan behoeften te kunnen voldoen, moeten we die eerst opmerken en anderen zien in hun menselijkheid. Andere mensen werkelijk willen zien, hen (h)erkennen, is een essentiële eerste stap. Wat mensen nodig hebben, verschilt sterk. Dat hangt af van hun persoonlijke situatie, hoe ze leven, en waar ze staan in de maatschappij, iets dat vaak mee bepaald wordt door onze geschiedenis en de ongelijkheid die daarmee samenhangt. Inzicht in deze uiteenlopende behoeften en wat ervoor nodig is om eraan tegemoet te komen, is van cruciaal belang.

Sommige behoeften zijn complexer en vragen om professionele zorg, zoals gezondheidsproblemen die opleiding en expertise vereisen. Voor veel dagelijkse behoeften daarentegen volstaan eenvoudige handelingen of simpelweg aanwezigheid en empathie: luisteren, er zijn, een tuin onderhouden, een buur helpen. Aan zulke eenvoudige vormen van zorg kan iedereen een bijdrage leveren. “Voor mij is dat de ware zin van aan behoeften voldoen”, benadrukt Carolin.

Carolin onderstreept de bredere reikwijdte van zorg: “Zorg heeft niet enkel met menselijke relaties te maken maar verbindt ons ook met onze natuurlijke en gebouwde omgeving. Daarom kan ik mij goed vinden in het ‘thinking with care’ van Puig de la Bellacasa. Dit idee doet ons zorg doortrekken tot voorbij de interpersoonlijke connecties en uitbreiden tot onze verhouding tegenover de hele ons omringende wereld in al zijn dimensies.”

Zorg mag dan tijdelijk in de schijnwerpers staan mede dankzij actuele filosofische stromingen, maar haar waarde is tijdloos en fundamenteel. Zorg verdient een plek in elk onderwijsprogramma, ongeacht de discipline. Studenten willen er actief mee aan de slag, net zoals ze dat doen met sleutelteksten uit de filosofie op cruciale momenten in hun opleiding. Die toegenomen interesse vormt een waardevolle gelegenheid om zorg ernstig te nemen en zichtbaar te maken. De echte vraag gaat niet over zorg op zich maar over goede zorg en de voorwaarden om die mogelijk te maken. Die voorwaarden zijn immers nauw verweven met de politiek, de politieke-agendavorming en het publieke discours.

Op weg naar een zorgzame samenleving: het doorbreken van systematisch zorgverzuim

Een zorgzame samenleving erkent zorg als een essentieel en publiek goed. Niet als iets bijkomstigs, maar als een dagelijkse praktijk die ons verbindt. Zorg is meer dan een houding. Het is een gedeeld engagement dat zich uit in talloze vormen, telkens met de overtuiging dat zorg centraal moet staan in hoe we samenleven.

Zo’n samenleving omarmt diversiteit, waardeert verschillende talenten, achtergronden en perspectieven en zorgt voor de ruimte en middelen die zorg mogelijk maken. Dat betekent dat ze actief inspeelt op de uiteenlopende noden van een pluralistische gemeenschap, met het besef dat zorg inclusief en responsief moet zijn.

“De idee van een ‘zorgzame samenleving’ gaat nog veel verder”, aldus nog Carolin. Onze natuurlijke, sociale en gebouwde omgevingen hebben ook zorg nodig. Maar even belangrijk is het besef dat we deze omgevingen zo kunnen plannen, ontwerpen en organiseren dat ze zorgende relaties mogelijk maken en versterken. Een zorgzame samenleving vraagt om ruimtes die zorg niet alleen toelaten, maar actief ondersteunen.

“Een zorgzame samenleving vraagt meer dan empathie. Solidariteit en sociale rechtvaardigheid komen voort uit een cultuurverandering die zorg radicaal centraal zet in hoe we samenleven.”

In veel samenlevingen vandaag is er sprake van zorgverzuim. Mensen leven onder constante druk, met nauwelijks tijd of ruimte om voor elkaar te zorgen. Zorg leeft nog binnen families en vriendenkringen, maar er is weinig dat aanmoedigt om zorg als leidend principe in het publieke leven te erkennen.

Dit gebrek aan zorg weerspiegelt zich in bredere politieke tendensen. De wereldwijde opkomst van extreemrechtse bewegingen is op vele manieren een sterke indicator van een samenleving met een gebrek aan zorg. Kenmerkend voor dat soort ideologieën is een mentaliteit gebaseerd op ‘het recht van de sterkste’, een systematische miskenning van kwetsbare populaties en exploitatie van de natuurlijke rijkdommen.

We kunnen ook stellen dat we sinds de opkomst van het neoliberalisme, met zijn nadruk op winstmaximalisatie en marktefficiëntie, hebben moeten leven met een vorm van geïnstitutionaliseerde zorgnalatigheid. Dat geïnstitutionaliseerde gebrek aan zorg gaat heel ver, niet enkel in het beleid maar ook in hoe we zorg als gedeelde maatschappelijke bekommernis stelselmatig over het hoofd zien. “Deze verwaarlozing is voor een stuk een bewust gevolg van politieke en economische keuzen”, zo stelt Carolin. “Maar veel ervan gebeurt ongemerkt. Het is het gevolg van diepgewortelde blinde vlekken die al te lang genegeerd worden.”

“Neem bijvoorbeeld het onderwijs. Het ontbreken van zorg in de onderwijsprogramma’s is niet noodzakelijk een bewuste lacune maar weerspiegelt een hardnekkige overtuiging van gendergebonden zorg die tot de privésfeer hoort en geen publieke zaak is. Zulke inzichten blijven de maatschappelijke waardering van zorg bepalen.”

“Het kan nuttig zijn om het onderscheid te maken tussen intentionele en niet- intentionele vormen van nalatigheid of zorggebrek. Zo begrijpen we beter waarom zorg gemarginaliseerd is en hoe wij er opnieuw op kunnen focussen. Een zorgzame samenleving vraagt meer dan empathie. Solidariteit en sociale rechtvaardigheid komen voort uit een cultuurverandering die zorg radicaal centraal zet in hoe we samenleven.

Voor Carolin is een zorgzame samenleving geen utopie maar “een ethisch principe én een praktisch ideaal”. Ze beseft dat veranderingen zich niet plots of op grote schaal voltrekken, maar benadrukt dat we meteen al “kunnen beginnen met het waarmaken van zorg”, door er in kleinere, goed beheersbare contexten als richtinggevend principe een plaats aan te geven. Volgens haar tonen vele kleine initiatieven al dat deze visie niet enkel mogelijk is maar ook al ingang heeft gevonden.

“Ik geloof ook dat de media hier een belangrijke rol te spelen hebben”, stelt zij nog. Wat vinden we belangrijke onderwerpen? Waar richten we onze aandacht op? Wie beslist wat we voor het voetlicht brengen en wat we negeren? En hoe kunnen we meer aandacht besteden aan reeds bestaande vormen van zorgzaam samenleven?"

Waarom we een zorgzame economie nodig hebben.

Zorg werd lange tijd als ‘vrouwenwerk’ gezien, beperkt tot de private levenssfeer of professionele sectoren zoals gezondheidszorg en sociale dienstverlening.Betere zorg begint bij het erkennen dat zorg geen privézaak is, maar een essentieel onderdeel van ons leven. We zijn er allemaal afhankelijk van. Het is tijd dat we zorg zichtbaar maken en centraal stellen.

Tegelijk staan we voor een algemene zorgcrisis zoals de Care Collective in zijn Care Manifesto2 benadrukt. Zowel in de gezondheidszorg, het onderwijs als de sociale dienstverlening wordt zorg verleend in almaar moeilijkere omstandigheden. Dit is niet zonder meer een logistiek maar een politiek probleem. Het gaat over waar we middelen voor uittrekken, hoe wij zorgwerk waarderen en welke omgeving wij creëren voor wie zorg verleent.

Die omstandigheden moeten in ruime zin worden begrepen: werkomstandigheden, goed uitgeruste werkplekken, investeringen in onderwijs en opleiding en maatschappelijke erkenning van zorg als werk dat van levensbelang is. Ondanks zijn belang blijft de zorg nog vaak aan de zijlijn. Zorg is maar zelden onderwerp van debat of onderwijsmaterie in de scholen.

Carolin Fischer verzet zich tegen de framing dat zorg alleen bedoeld zou zijn voor kwetsbare groepen. Ze omschrijft zorg als “een collectieve verantwoordelijkheid, die onze sociale omgeving ten goede kan veranderen.” Voor haar draait het bij deze verschuiving om een belangrijk punt in het debat over zorg: onder welke voorwaarden kunnen we goed zorgen? Dat is volgens haar niet alleen een politieke kwestie, maar ook sterk verbonden met hoe onze economie werkt. Daarom vindt ze dat we zorgbeleid en een zorgzame economie eindelijk serieus moeten nemen.

”Het concept zorgzame economie begint wel ingang te vinden, maar het blijft een zeer versnipperd domein. Aan de ene kant is er empirisch onderzoek, toegespitst op de zorgsectoren en de uitdagingen die vaak een gevolg zijn van migratie. Anderzijds is er een eerder conceptuele benadering waarbij wordt nagedacht over een economie die voorrang geeft aan zorg en aan echte menselijke noden, eerder dan productie te stimuleren.

De verschuiving van een groeigerichte economie naar één die zorg centraal stelt, doet een fundamentele vragen rijzen. Hoeveel productie hebben wij echt nodig? Welke zouden de richtinggevende modellen moeten zijn? Op welke premissen is ons werk gebaseerd? Deze vragen raken aan het degrowth-verhaal. Niet omdat dat meteen het antwoord is, maar omdat het helpt om het gesprek open te trekken.

Carolin, geïnspireerd door Emma Dowling stelt een lastige vraag: “is zorg een publiek goed of een commodity - commerciële dienst?” Ze waarschuwt dat “zodra zorg wordt gezien als een verhandelbaar goed of een investeringsopportuniteit haar sociale waarde dreigt verloren te gaan.” Dit kan verstrekkende gevolgen hebben: “infrastructuur, lonen en werkomstandigheden zullen hier vaak onder lijden. Mensen worden gezien als commodities. Ook zorgontvangers worden zo benaderd. In plaats van aandacht voor wat mensen nodig hebben, draait het om hoeveel inkomsten hun behoeften kunnen genereren.”

Deze kritiek sluit aan bij Dowlings visie op de ‘financialisering’ van zorg, waarin financiële en economische belangen steeds meer de vorm en waarde van zorg bepalen. Met haar verwijzingen naar Dowling benadrukt Carolin hoe een marktlogica de sociale en relationele fundamenten van zorg kan uithollen en een diepmenselijke praktijk in een transactionele dreigt te veranderen. “Uiteindelijk gaat het over het heruitvinden van innovatie.. Welk soort innovatie maakt een economie sterker? Innovatie hoeft niet altijd materieel te zijn. Sociale innovatie, geworteld in zorg, kan even transformerend werken.”

Om de cirkel van zorg te vergroten, zijn onderwijs en verbeelding onmisbaar

Voor de opbouw van een zorgzame samenleving bestaat geen tijdslijn. De klemtoon zou moeten liggen op op het bevorderen van duurzame netwerken en het ondersteunen van initiatieven die van onderuit groeien. Het is de bedoeling om het debat te verruimen, zorg binnen te brengen in uiteenlopende omgevingen en een dialoog op gang te brengen vanuit een brede waaier aan perspectieven. Dit veronderstelt dat stemmen kunnen meeklinken die vroeger van het debat waren uitgesloten.

De huidige zorgcrisis moet dringend worden aangepakt maar even belangrijk is te erkennen en verbeteren wat in het maatschappelijk middenveld al blijkt te werken. Door deze succesverhalen te delen, kunnen anderen worden geïnspireerd en ontstaan er waardevolle aanknopingspunten voor nieuwe gesprekken.

Onderwijs spelt een cruciale rol bij die mentaliteitsverandering. In de context van het hoger onderwijs zou zorg behandeld moeten worden als een transversaal thema dat niet beperkt blijft tot gezondheid of maatschappelijk werk. Zorg moet geïntegreerd worden in disciplines waar het voorheen maar zelden voorkwam. Door zorg te koppelen aan de kernvraagstukken van vakgebieden als engineering, business of design ontstaan nieuwe mogelijkheden voor innovatie.

“Dat gebeurt al in de praktijk”, zegt Carolin Fischer. “In onze universiteit de Berner Fachhochschule organiseren wij minstens één publiek stakeholdersevent per jaar dat op zorg is toegespitst. Dit jaar is het thema ‘Wirtschaft und Fürsorge: kein Widerspruch’’ (Economie en zorg zijn niet in tegenspraak). Daarmee willen we dus de valse opdeling tussen economisch denken en zorgwaarden ter discussie stellen, als eerste stap naar een diepere verankering van zorg in het publieke debat en de institutionele praktijk.”

Ons doel is om lokale ondernemers samen te brengen en hen uit te nodigen om hun werk te bekijken door een zorggerichte bril. Wat gebeurt er als ik mijn werk reframe vanuit een zorgperspectief? Deze benadering maakt deel uit van onze bredere strategie om zorggerichte praktijken geleidelijk te integreren in verschillende disciplines en werkvelden.

“Ook mensen die niet in de zorg of het sociale werk zitten, kunnen echt veel betekenen. Een zorgzame samenleving begint gewoon bij de wil om aandacht te hebben voor anderen en hun leefsituatie.”

“Onze Universiteit is vrij gedecentraliseerd”, legt Carolin uit. “Ik leid een transversale unit, waarbij mijn rol erin bestaat om richting te geven aan onze inzet voor een zorgzame samenleving.” Dit omvat teams ondersteunen, samenwerking bevorderen en, zoals ze zelf zegt, “de voorwaarden creëren waarin innovatie wortel kan schieten”. Ontwikkelen en uitwerken van de initiatieven zelf gebeurt door verschillende teams die stuk voor stuk gericht zijn op een specifiek facet van zorg in de samenleving.

Ze wijst erop dat de Universiteit een brede waaier aan projecten ondersteunt om een meer zorgzame samenleving te bevorderen. Zij haalt geestelijke gezondheid aan als een centraal aandachtspunt, “met initiatieven op de werkvloer, in het dagelijkse leven en in de studentencommunities”. Een ander belangrijk thema is ouder worden en uitwisseling tussen generaties.. Een project onder leiding van collega’s van het architectuurdepartement onderzoekt hoe bouwprincipes oudere inwoners ertoe kunnen aanzetten om fysiek actief en mobiel te blijven. Een tweede project waarin collega’s van het gezondheidsdepartement de leiding nemen, draait het om intergenerationele uitwisseling op gang te brengen over voedingsgewoonten, koken en voorkomen van voedselverspilling.

“We werken ook aan een voorbereidend universitair programma voor vluchtelingen die in Zwitserland leven”, dat Carolin omschrijft als “een praktische stap naar inclusie en empowerment.”

“We werken ook aan een voorbereidend universitair programma voor vluchtelingen die in Zwitserland leven”,... “een praktische stap naar inclusie en empowerment.”

Van grootschalig onderzoek tot kleinschalige outreach, zoals samenwerkingen met een Zwitsers theater of buurtcentra: zorg blijft de rode draad die alles verbindt. De kaderteksten hieronder beschrijven kort twee lopende onderzoeksprojecten die de diversiteit illustreren binnen het strategische domein Caring Society aan de BFH.

Racisme bij verloskundige zorg
Waarom? Racisme en discriminatie komen ook voor in de gezondheidszorg, en worden steeds vaker erkend als een volksgezondheidsprobleem. In Zwitserland groeit het besef dat we beter moeten begrijpen hoe deze mechanismen zowel patiënten als zorgverleners beïnvloeden, zeker in gevoelige domeinen zoals verloskundige zorg.
Wat? Dit project onderzoekt hoe racisme in de verloskunde zich manifesteert en bekijkt daarbij niet enkel individuele ervaringen maar ook de institutionele en structurele dimensies.
Hoe? Het project onderzoekt systemische patronen en toenemend bewustzijn bij zorgbeoefenaars om zorg rechtvaardiger te maken en bij te dragen tot een op feiten gebaseerd openbaar debat over racisme in de gezondheidszorg.

"Met haar uiteenlopende projecten zet de BFH telkens kleine, betekenisvolle stappen richting een zorgzame samenleving. Mijn ambitie is dat al die inspanningen samen anderen aanzetten om mee te bewegen en grotere stappen te durven zetten in diezelfde richting."

Compassionate City Lab
Waarom? Bij het levenseinde doen mensen niet enkel een beroep op gezondheidszorg maar ook op ondersteuning door hun lokale gemeenschap. In Bern en Frutigland willen de gemeenten in nauwe samenwerking met de lokale bewoners die informele zorg versterken.
Wat? Het project onderzoekt hoe lokale gemeenschappen mensen van wie het levenseinde nadert en hun dierbaren beter kunnen ondersteunen. Het maakt daarbij gebruik van de ervaring van zorgverleners en oudere volwassenen om te begrijpen welk soort hulp beschikbaar is en waar nog lacunes bestaan.
Hoe? In samenwerking met lokale partners lanceerde BFH vrijwilligersgroepen en bewustwordingsinitiatieven. Het project belicht verschillen in ondersteuning tussen stedelijke en landelijke gebieden en wil gemeenschapszorg zichtbaarder, inclusiever en toegankelijker maken.

De steun van de universiteit bracht een echte omslag teweeg. Die erkenning gaf energie om breder te kijken en op zoek te gaan naar bondgenoten, ook op lokaal en regionaal niveau. Zo kwam bijvoorbeeld het Zwitserse netwerk ‘Caring Communities’ in beeld: een nationaal platform dat inzet op onderlinge hulp en sociale verbondenheid. Hun uitgangspunt is duidelijk: zorg moet méér zijn dan individuele inzet, ze hoort ingebed te zijn in sterke gemeenschappen met duurzame, participatieve structuren.

Hun ondersteuning betekende een keerpunt en toonde dat zorg als strategisch thema weerklank kan vinden ver buiten het oorspronkelijke kader. “Die ondersteuning moedigde ons aan om actiever potentiële bondgenoten te zoeken. Naarmate we dat deden, ging een breder veld open. We begonnen initiatieven op te merken waarvan we eerder niet beseften dat ze bestonden, regionale of lokale inspanningen die traag maar gestaag op gang komen.”

Carolin verwijst naar het Zwitserse netwerk van Caring Communities als één voorbeeld van een nationaal platform dat lokale initiatieven overkoepelt en ondersteunt, die gericht zijn op onderlinge zorg en sociale cohesie. Een kernprincipe van het netwerk is dat zorg niet enkel op individuele helpende handen hoort te steunen maar een gemeenschapsopbouwende inbedding nodig heeft: “weerbare participatieve structuren creëren die duurzaam zijn in de tijd.”

De moed om echt te verbinden

Carolin Fischer gelooft dat solidariteit diepe voldoening kan geven, en dus niet louter altruïstisch is maar ook bijdraagt tot het persoonlijke welbevinden. “Toch twijfelen veel mensen. We staan voortdurend onder druk, hebben weinig tijd, en het is verleidelijk om verantwoordelijkheid uit te besteden door op een knop te klikken, een post te liken en het lijkt alsof je je steentje hebt bijgedragen.”

"Geen enkele grote prestatie komt tot stand zonder mensen achter de schermen die zorg dragen en ondersteunen - mensen die zelden genoemd of gewaardeerd worden. We focussen vaak op het individu, maar niemand bereikt iets groots zonder een zorgzame omgeving die hen ondersteunt."

Dit soort gemakkelijke solidariteit, om indruk te maken op anderen, kan volgens haar echte verbinding niet vervangen. “Oprechte solidariteit vraagt lef en inzet. Daarvoor moet je echt aanwezig zijn bij anderen, en dat is iets wat onze sociale context niet altijd ondersteunt.” Carolin Fischer ziet mensen zich almaar meer terugtrekken in digitale ruimten, zeker in bevoorrechte samenlevingen zoals Zwitserland. “We moeten ons meer bewust zijn van ons comfortabele leven is en hoe dat comfort kan leiden tot het ontvluchten van engagement.”

Ze voegt eraan toe dat solidariteit niet altijd om luid protest gaat, maar vele vormen kan aannemen. “Soms betekent het je comfortzone verlaten, wat lastig is maar enorm kan motiveren.”

“Oprechte solidariteit vraagt lef en inzet. Daarvoor moet je echt aanwezig zijn bij anderen, en dat is iets wat onze sociale context niet altijd ondersteunt.”

Ze herinnert zich hoe in de eerste dagen van de pandemie de openlijke steun aan de zorgverleners op gang kwam. “Ik dacht dat die misschien blijvend zou zijn, maar dat was niet zo.” Ze wijst ook op het ‘Pflegeinitiative’, een nationaal referendum in 2021 gericht op de verbetering van de werkomstandigheden in de zorgsector. “Dat kreeg toen brede symbolische steun en het feit dat het werd aangenomen illustreerde de publieke erkenning van het probleem. De implementatie verliep echter traag en bureaucratisch.” In plaats van kernproblemen zoals verloning, werkuren of infrastructuur aan te pakken, was het antwoord van de politiek gericht op opleiding en rekrutering. “Dat is politiek gemakkelijker verkoopbaar maar gaat voorbij aan de kern. Het aantal uitvallers in de zorg zal niet dalen, zolang de werkomstandigheden niet verbeteren.”

Carolin wijst op de bredere impact van niets doen. “Mensen in hoge- inkomenslanden zoals Zwitserland worden relatief weinig geraakt door crisissen, of hebben betere middelen om ermee om te gaan,” zegt ze. “En als je bijna alles kunt kopen, is het makkelijk om je verantwoordelijkheid van je af te schuiven.”

Maar Carolin gelooft dat het net in zo’n context van comfort en onverschilligheid noodzakelijk is om opnieuw op te komen voor het belang van zorg. “Zorg is de onzichtbare draad die alles bijeenhoudt. Er is geen mogelijkheid tot ‘opt- out’, we zitten er allemaal in verweven,” benadrukt ze. We zijn er allemaal mee verstrengeld”, zo onderstreept ze. “Of we het beseffen of niet, we hebben allemaal zorg nodig en we zijn allemaal in staat om zorg te geven. Uiteindelijk is zorg onontkoombaar. Zorg is wat het leven mogelijk maakt.”

Carolin Fischer sluit af met een citaat dat de kern van haar boodschap raakt, afkomstig van socioloog Evelyn Nakano Glenn: Een samenleving die zorg en zorgzame relaties waardeert, is niet alleen hartelijker en warmer, maar ook eerlijker en rechtvaardiger. Die uitspraak uit Glenns artikel “Creating a Caring Society”, dat verscheen in Contemporary Sociology (2000), is een krachtige samenvatting van het centrale thema in Carolins werk. Ze roept op om zorg fundamenteel anders te gaan bekijken, niet als een privébekommernis of tweederangsprobleem, maar als een hoeksteen van een rechtvaardige en menselijke samenleving.

“Een samenleving die zorg en zorgzame relaties waardeert, is niet alleen hartelijker en warmer, maar ook eerlijker en rechtvaardiger.”

Meer lezen over zorgethiek, de zorgzame samenleving en gendergerelateerde onderwerpen

Deel op facebook