Deel op facebook

Anuna De Wever Van Der Heyden

Radicale eerlijkheid. Radicale mildheid

Lees het artikel hieronder of download de pdf

“Wat me diep raakt, is het gebrek aan zorgzame aandacht in onze samenleving. Niet alleen in politieke discussies, maar ook in het dagelijkse leven lijken aandacht en zorg steeds meer te ontbreken. Als 23-jarige zie ik hoeveel jongeren worstelen met burn-outs, fysieke pijn en langdurige ziekte. Het lijkt alsof we dat zijn gaan beschouwen als normaal”, analyseert Anuna De Wever-Van Der Heyden.

“Ook in activistische kringen zie ik mensen zich volledig inzetten voor maatschappelijke verandering, vaak onbetaald en ten koste van hun eigen welzijn. Zorg is in onze samenleving geen prioriteit meer. Dat voel je overal. Pas als we radicaal kiezen voor zorg, kunnen we breken met een systeem dat ons collectief naar de afgrond duwt en beginnen bouwen aan iets dat wél menselijk is. Een andere wereld staat op.”

Anuna De Wever-Van Der Heyden is humanitair activist en freelancer. Zij is vandaag een uitgesproken stem in het maatschappelijk debat over klimaatrechtvaardigheid, ongelijkheid en systeemverandering. In haar boek ‘Laten we eerlijk zijn (2024)’ focust zij nadrukkelijk op de politieke structuren achter de klimaatcrisis en sociale ongelijkheid. Anuna spreekt regelmatig op scholen en in media over de nood aan collectief bewustzijn en engagement, en pleit voor een radicale herziening van het economische systeem.

“Ik ontmoet opvallend veel jonge mensen die worstelen met een gebrek aan ‘purpose’. Heel wat jongeren vinden geen betekenis in het werk dat ze doen. Ze vragen zich af: waarom staan we elke dag vroeg op, gaan we laat slapen, en werken we ons gestrest te pletter voor een bedrijf, organisatie of overheidsinstantie waarmee we ons niet verbonden voelen? Ik bevind me natuurlijk in een omgeving van jonge, kritische denkers die zelf dingen willen creëren. Maar ze krijgen daar zelden de ruimte voor. Als ik geen freelancer was, zou ik ook binnen de lijntjes moeten kleuren in jobs waar ik niet achter sta.”

Zingeving is essentieel. Jongeren zijn daar echt naar op zoek, zeker in een wereld die steeds schrijnender aanvoelt. Het gaat niet alleen om de klimaatcrisis, waar jongeren zich erg bewust van zijn, maar ook om het constante nieuws: extreme ongelijkheid, opkomend fascisme, koopkrachtcrisis, energiecrisis, pandemieën, oorlog, genocide, conflicten… Dat voelt niet als een toekomst om naartoe te werken. En wanneer kritische jonge mensen dan terechtkomen in organisaties die niets in vraag willen stellen, ontstaat er diepe frustratie en vooral uitputting.

“Als je uitzoomt, wordt dat pijnlijk duidelijk in de manier waarop de wereld omgaat met de Palestijnse gemeenschap, maar eigenlijk met zoveel mensen. De afgelopen twee jaar was dat een belangrijk deel van mijn activisme,” vertelt Anuna. “Wat daar gebeurt, is niet alleen letterlijk een genocide, maar ook pure uitbuiting, economisch, politiek en menselijk.”

"Zolang we de onderliggende machtsstructuren niet erkennen, begrijpen we ook niet waarom de klimaatcrisis zo hardnekkig is."

Verzet én verbeelding als fundament voor verandering

De vraag hoe we ons economisch systeem kunnen democratiseren, houdt Anuna sterk bezig. In gesprekken ter voorbereiding van een documentaire die ze maakt over The Cost of Growth, hoort ze steeds opnieuw hetzelfde: ‘we moeten terug naar een wereld waarin zorg centraal staat’. Zorg is geen bijzaak, maar de kern. Het alledaagse zorgen voor elkaar is iets wat in onze prestatiemaatschappij nauwelijks nog ruimte krijgt. En zolang we geen ruimte maken voor zorg, blijven we vastlopen in een wereld waarin we collectief aan het verzuipen zijn.

“De ontmenselijking van bepaalde groepen laat mij niet los”, benadrukt Anuna. “Daarachter schuilt structureel racisme, maar ook een economisch systeem dat draait op uitbuiting en grondstoffenhonger. Het is dat systeem dat oorlogen voedt, landen binnenvalt en mensen reduceert tot middelen.”

In Italië bezocht Anuna het GKN-collectief, gevestigd in een voormalige Fiat-fabriek in Campi Bisenzio nabij Firenze, een fabriek die in 1994 werd overgenomen door de multinational GKN. Toen het autobedrijf in 2021 besloot de productie te verplaatsen naar een land met goedkopere arbeid, verloren meer dan 400 mensen hun baan. In plaats van zich neer te leggen bij hun ontslag, bezetten de arbeiders de fabriek. Ze sloten zich aan bij de klimaatbeweging en ontwikkelden een plan voor duurzame herindustrialisering. Het GKN-collectief wil de fabriek heropstarten onder collectief en duurzaam beheer. Via een proto-coöperatie en burgeraandeelhouderschap werd al meer dan één miljoen euro opgehaald. Ondanks juridische obstakels groeit de beweging verder.

Een actueel voorbeeld is de beweging Global Freedom March for Gaza die in juni met meer dan duizend mensen naar Egypte trokken om symbolisch de grens te doorbreken. Het schrijnende is dat deze conflicten - genocide, massale uitbuiting, collectief ontslag - allemaal voortkomen uit hetzelfde economische systeem. Een systeem waarin zorg en menselijkheid structureel ontbreken.

Daarom moeten activistische bewegingen niet alleen protesteren, maar ook bouwen aan alternatieven. Anuna herinnert zich Dario van GKN, die al voelde dat het einde nabij was toen het management ruziede over de lunchpauze. De werknemers hadden recht op 15 minuten, maar dat was te kort om zelfs maar naar de kantine te lopen en terug. Toch wilden ze die tijd inkorten naar 10 minuten én verbieden dat collega’s nog samen lunchten. Iedereen moest voortaan één voor één naar boven. Zo wilden ze de onderlinge band tussen werknemers breken.

Vanuit dat besef ontstond de bezetting, een collectieve daad van verzet én verbeelding. Het fabriekscollectief, een gemeenschap gedragen door zorg en solidariteit, begon iets nieuws op te bouwen, samen en vanuit hun eigen kracht.

Waar zorg stroomt, ontstaat community

"Goede zorg is dat je elkaar kunt zien als mensen", benadrukt Anuna. “Die gedachte lijkt vanzelfsprekend, maar staat haaks op het systeem waarin we vandaag leven. We leven in een economie die gestoeld is op winstbejag en accumulatie van macht.”

Het huidige maatschappelijke systeem is niet ingericht om voor mensen te zorgen, noch op onderlinge zorg en solidariteit. Het is ontworpen ten dienste van de belangen van een beperkte groep en dat sijpelt door in alle lagen van de samenleving. In bedrijven, instellingen en organisaties, overal zie je dat mensen met elkaar in competitie staan.

Die onderlinge competitie is niet beperkt tot de economische of politieke sfeer. Ze dringt zelfs door tot in de zorgsector, waar zorgzaamheid nochtans centraal zou moeten staan. Een kennis, derdejaarsstudent geneeskunde, vertelde onlangs dat het zwaarste aan haar opleiding niet de leerstof is, maar de constante concurrentie. Studenten strijden om de beste stages, de beste aanbevelingen, de hoogst aangeschreven specialisaties.

Competitie manifesteert zich in uiteenlopende domeinen van de samenleving. En precies dat ondermijnt ons vermogen om te zorgen. Want zorg begint bij iets eenvoudigs maar fundamenteels: elkaar kunnen zien als mens. Elkaar kennen. Weten hoe we elkaar kunnen helpen.

“Daarom is het idee van ‘community’, een begrip dat vaak terugkomt in activistische kringen, zo belangrijk”, verduidelijkt Anuna. “Collectiviteit is een noodzaak. Toch is het een waarde die grotendeels ontbreekt in de dominante westerse filosofie. We leven op een sterk geïndividualiseerd continent, waar iedereen op zijn eigen eiland leeft: bezig met zijn carrière, zijn gezin, zijn leven. We kennen onze buren niet meer. Als we echt willen bouwen aan een zorgzame samenleving, dan begint dat dichtbij: in onze families, in onze wijken.”

Een voorbeeld dat Anuna sterk raakte: “Ergens in de VS probeerden ICE-agenten iemand op te pakken in een woonwijk. Maar de buurt kwam massaal op straat. Buren gingen ertussen staan. En de agenten? Die dropen af. Ze waren gewoon met te weinig. En ik dacht: dát is zorg.”

Stel je eens voor: je kijkt gewoon rond in je eigen wijk. Wie woont hier? Zijn er mensen die extra kwetsbaar zijn of risico’s lopen? Wat kunnen we voor elkaar betekenen? Daar, in je eigen wijk, begint het. Het idee van een community, van gemeenschapsvorming is iets waar Anuna in haar activisme altijd naar streeft, al vindt ze het ook moeilijk. Het valt haar trouwens op dat mensen die niet uit Europa komen daar veel minder moeite mee lijken te hebben. Voor hen is het vanzelfsprekend om elkaar te helpen binnen een gemeenschap. Voor ons is dat iets wat we opnieuw moeten leren.

Een ander groot obstakel voor zorg is de groeiende maatschappelijke polarisatie die verder gaat dan verscherpte politieke tegenstellingen. “Het gaat om een verhard maatschappelijk klimaat waarin haat en wantrouwen steeds meer ruimte krijgen, ook tegen lgbtqi+-personen”, vertelt Anuna. Het is een thema dat haar persoonlijk raakt. Als queer persoon met een vriendin ziet ze hoe het aantal uitingen van haat tegenover jongeren toeneemt. Sommigen worden zelfs fysiek aangevallen door burgers, soms zelfs door politie. Vooral in Brussel gebeurt dat regelmatig, en vaak zonder gevolgen voor de daders. Dat soort ervaringen draagt bij aan iets veel groters: ontmenselijking. En zolang mensen ontmenselijkt worden, blijft echte zorg onmogelijk.

Er beweegt veel onder de radar. Wie alleen naar boven kijkt, ziet weinig hoop

Solidariteitsbewegingen, collectieven en lokale initiatieven geven hoop. Ze ontstaan van onderuit, niet vanuit instellingen of beleid, maar vanuit mensen die elkaar dragen.

“Als activist geloof ik niet meer dat verandering van bovenaf komt”, vindt Anuna. “Echte verandering begint bij de basis. Bij mensen die vandaag het hardst geraakt worden: langdurig zieken, mensen met burn-out, mensen met een beperking. Zij tonen waar het systeem faalt.”

Vanuit die bottom-up ervaringen kan een breder maatschappelijk gesprek ontstaan, geworteld in realiteit, niet in beleidstaal. Tegelijk blijven we vastzitten in een economisch model dat draait op groei. Elk jaar moet er 2 à 3% bij. Geen groei? Dan is er sprake van recessie. Dat model leidt tot competitie, ongelijkheid en uitputting. Af en toe laait de verontwaardiging op, zoals bij de mijnbouw in Congo. Maar vormen van uitbuiting zoals deze komen op grote schaal voor in veel landen van het Globale Zuiden.

Zelfs wetgeving die verandering belooft, zoals de Europese zorgplichtwet, die grote bedrijven verplicht om mensenrechten, arbeidsrechten en milieunormen te respecteren in hun volledige internationale toeleveringsketen, blijkt uitgehold. De toepassing is beperkt, sancties ontbreken, en bedrijven rapporteren overwegend zelf.

“Voor mij is de Europese zorgplichtwet een beetje zoals de Green Deal: een fraai verpakte façade met nobele principes en waarden, bedoeld om Europa te presenteren als de beste van de klas. Maar achter die verpakking schuilt vaak weinig tot niets", stelt Anuna vast. “En ondertussen investeert Europa miljarden in defensie. Zogenaamd om zich voor te bereiden op toekomstige conflicten. Maar het zegt veel over onze prioriteiten: we zijn totaal niet bezig met de toekomst van de wereld. Echt niet.”

Ook op het WEF in Davos worden zelden beslissingen genomen die echt in het belang zijn van de samenleving. Wat daar vooral gebeurt, is reputatiemanagement: het draait om communicatie, imago en welwillendheid via filantropie.

"Op het kapitalisme staat een houdbaarheidsdatum. De eindeloze reeks crisissen waar we nu mee te maken krijgen, tonen dat aan. Of er daarna een rechtvaardiger systeem komt, hangt van ons allen af."

“Wie alleen naar boven kijkt, ziet weinig hoop”, beseft Anuna. “Maar onderaan groeit iets nieuws. Ik heb zelf die shift moeten maken. Waar ik vroeger pleitte voor meer ambitie, meer beleid en meer politieke verantwoordelijkheid, zie ik nu helder: binnen het systeem zoals het vandaag functioneert, is echte verandering niet mogelijk. Laten we eerlijk zijn.” Dat is ook de titel van haar boek.

De stemmen buiten beeld

“In België zijn er veel denkers: filosofen, opiniemakers en publieke stemmen zoals ikzelf soms ook ben. Zij worden vaak uitgenodigd om van bovenaf te reflecteren over maatschappelijke thema’s. Maar dat soort reflectie mist vaak de kern. Verandering vertrekt niet vanuit abstractie, maar vanuit de mensen die het meest betrokken zijn. Door die stemmen systematisch te negeren, blijven we met blinde vlekken zitten, ook in onszelf. Ik was bijvoorbeeld mee initiatiefnemer van de klimaatmarsen in België. Daardoor kreeg ik een groot platform”, erkent Anuna. “Maar er waren zóveel andere activisten die op veel vlakken meer betrokken waren, meer wisten, en het onrecht dagelijks aan den lijve ondervonden en die nauwelijks gehoord werden. Ik sprak vaak over mijn toekomst, mijn zorgen. Maar laten we eerlijk zijn: ik ben wit, hoger opgeleid, middenklasse, en voorlopig niet acuut bedreigd.”

"Voor mij gaat het om radicale eerlijkheid. Eerlijk zijn over wat ik de afgelopen zes jaar heb gezien en wat dat betekent."

Voor velen is de klimaatcrisis vandaag al een dagelijkse realiteit. Toch was het Anuna De Wever-Van Der Heyden die mocht spreken. Die dynamiek herhaalde zich telkens opnieuw. Het heeft haar blik op de media veranderd. Wat doorgaat voor debat, is vaak een opgezet toneel: standpunt A tegenover standpunt B, vijftien minuten verbaal vuurwerk — maar geen echte uitwisseling.

Echte verandering vraagt tijd, aandacht en veelstemmigheid. Dat werd duidelijk tijdens de campagne In My Name, gedragen door mensen zonder papieren. Door hen te volgen, werd één ding helder: zo werkt verandering.

Het systeem heeft altijd tegengewerkt. Wat we vandaag zien, is een moderne vorm van kolonialisme. Slavernij mag formeel afgeschaft zijn, maar uitbuiting bestaat nog steeds, in andere vormen. En ook toen kwam verandering niet van bovenaf. De afschaffing van slavernij was het gevolg van verzet, opstanden, en offers van duizenden tot slaaf gemaakten. Pas toen werd de politieke elite gedwongen te handelen.

Die geschiedenis herhaalt zich. Verzetsbewegingen hebben altijd de weg gebaand. Vandaag hebben we, zeker in België, ruimte om mee te bouwen aan verandering. Maar dat begint altijd bij het besef: het systeem zal zichzelf niet hervormen. Echte alternatieven moeten van onderuit worden opgebouwd.

Kantelpunt voor het middenveld

Het middenveld zou zich veel meer moeten verzetten. Dat is zijn rol: politieke druk uitoefenen, niet voortdurend verantwoording afleggen of zich aanpassen aan het systeem. Communicatie en sensibilisering zijn belangrijk, maar zonder actie en confrontatie verschuift er niets. Vandaag gedragen veel Ngo’s zich als verlengstuk van het systeem. Ze organiseren conferenties, politici komen langs, en zo lijkt het alsof alles werkt, terwijl dat niet zo is. Die façade legitimeert de status quo.

“Ik heb het zelf meegemaakt”, licht Anuna toe. “Toen de klimaatmarsen begonnen, raakte de politiek even in paniek. Jongeren werden uitgenodigd, er kwamen foto’s en handjes. Maar toen het op echte beslissingen aankwam, zoals de klimaatwet, haakten ze af. Daarom zijn we harder gaan communiceren. We kwamen met een concreet actieplan, opgesteld met meer dan honderd experten. Sindsdien kregen we vooral tegenwind: politieke druk, obstructie, sabotage.”

Het probleem is dat het middenveld veelal afhankelijk is van subsidies. Daardoor zitten organisaties dicht op de macht en durven ze niet altijd te zeggen wat echt nodig is. “Medewerkers van middenveldorganisaties zeggen soms letterlijk: ‘Ik wil dit zeggen, maar ik kan het niet. Het brengt onze werking in gevaar.’ En dan ben je geen tegenmacht meer, maar onderdeel van het systeem."

In een wereld die razendsnel verandert, moet ook het middenveld zichzelf heruitvinden om relevant en veerkrachtig te blijven.

De sociale zekerheid is in oorsprong ontstaan uit verzetsbewegingen: mensen die zich letterlijk zijn gaan organiseren om elkaar te helpen. Dat principe van onderlinge solidariteit vormt nog steeds de kern. Het begin van de mutualiteiten illustreert dat mooi. Het zit zelfs in het woord: mutualiteit, wederkerigheid.

“Die solidariteit is cruciaal”, beklemtoont Anuna. “Sociale zekerheid is vandaag een van de laatste pijlers die duizenden mensen, alleen al in België, op de been houdt. Hetzelfde geldt voor de vakbonden, die een essentiële rol blijven spelen in het beschermen van rechten en het bieden van steun. Om relevant en veerkrachtig te blijven, zullen deze structuren zich moeten herpositioneren. Want ook de sociale zekerheid staat vandaag zwaar onder druk.”

Het middenveld speelt een cruciale rol in onze samenleving. Maar het moet zich vandaag de dag ook durven afvragen hoe het zich verhoudt tot de huidige maatschappelijke verschuivingen. Er is een duidelijke verrechtsing aan de gang. Wat doen we daarmee? Bewegen we mee met die tendens, of blijven we trouw aan de principes waarop het middenveld gebouwd is?

“Wat we vaak zien, is dat ideeën die ooit uit verzetsbewegingen kwamen, in hun mainstreamversie sterk afgezwakt raken”, analyseert Anuna. “Net daarom is het belangrijk dat het middenveld kritisch blijft en zich blijft verbinden met de oorspronkelijke geest van verzet.”

Intussen zien we dat de zorg voor de planeet - voor klimaat, natuur en ecosystemen - er niet op vooruit is gegaan. Integendeel, de situatie is verslechterd en de urgentie is groter dan ooit. Hoewel we spreken over een ‘groene energietransitie’, is die in de praktijk nauwelijks zichtbaar. De manier waarop we vandaag energie opwekken is allesbehalve groen. In plaats van fossiele energie te vervangen, stapelen we hernieuwbare bronnen erbovenop. Dat komt doordat onze energievraag blijft stijgen, gedreven door een economische logica van voortdurende groei in productie en consumptie.

“Zolang we die logica niet fundamenteel in vraag durven stellen, kunnen we moeilijk spreken van een echte transitie, laat staan van een duurzame”, stelt Anuna duidelijk. “Wat nodig is, is geen oppervlakkige systeemverandering, maar een diepgaande systeemrevolutie. Een radicale herstructurering: antikapitalistisch en dekoloniaal. Zelf heb ik jarenlang gefocust op het klimaat alleen, maar dat blijkt niet voldoende. Niet omdat we de oplossingen niet kennen, of omdat het geld ontbreekt, maar omdat echte oplossingen haaks staan op hoe onze economie vandaag functioneert.”

Radicale eerlijkheid, radicale menselijkheid

Erkennen dat echte verandering binnen het systeem niet lukt, is confronterend. Het roept vragen op: Waar bouwen we dan aan? Met wie? Hoe? Veel mensen haken daarop af en dat is begrijpelijk. Ook binnen instellingen lijkt het soms makkelijker om te blijven geloven in verandering van binnenuit. Maar wie eerlijk kijkt, ziet: dat werkt niet.

“Daarom pleit ik voor radicale eerlijkheid”, benadrukt Anuna nogmaals. “Ook over mijn eigen keuzes, mijn traject, mijn blinde vlekken. Binnen activistische kringen zijn we vaak streng voor onszelf en voor elkaar. Maar als we nog iets willen redden, moeten we allianties smeden met mensen die kiezen voor menselijkheid. Dat vraagt om een ander fundament. Niet enkel principes en kritiek, maar ook mildheid moet daarin een plaats krijgen. Mildheid voor waar we vandaan komen, voor de ideeën waarmee we zijn opgegroeid, en voor de wereldbeelden die we moeten afleren. En mildheid in het proces van bouwen. Want dat is essentieel als we samen, met velen, iets willen bereiken.

Economisch, financieel en politiek krijgen activisten enorm veel tegenwind. Ze spenderen het grootste deel van hun tijd aan verzet. Slechts een fractie blijft over voor opbouw en net dat is het moeilijkste. Door burn-out en mentale uitputting komen ze amper toe aan fundamentele gesprekken over hoe het anders kan.

Die structurele druk is geen natuurwet, maar het gevolg van een systeem dat mensen ziek maakt: jobonzekerheid, competitie, overproductie. We rennen ons rot, maar weten niet meer waarom. En ondertussen blijft de ruimte voor collectieve opbouw krimpen. Politici geven zelf toe dat hun speelruimte beperkt is. De macht is verschoven naar de private sector. Ze zijn geen marionetten, maar wel vaak pionnen in een spel dat elders wordt gespeeld.

Een andere wereld is onderweg

“Another world is not only possible, she is on her way. On a quiet day, I can hear her breathing.” is een uitspraak van de Indiase schrijfster en activist Arundhati Roy. Het citaat ligt Anuna na aan het hart en geeft haar hoop. Ondanks de uitzichtloosheid - denk aan Palestina of de klimaatcrisis - zijn er overal mensen die bouwen aan alternatieven. Grassrootsbewegingen, vaak gedragen door jonge mensen, nemen enorme risico’s in een strijd die doet denken aan vroegere sociale bewegingen.

Toch blijft het systeem hardnekkig. In Italië stelden zowat 500 arbeiders een sociaal plan voor om hun autofabriek om te vormen tot een centrum voor duurzaam transport. Ze krijgen steun, maar ook veel tegenwerking. Beleidsmakers spreken over transitie, maar handelen anders. Achter de schermen spelen andere belangen. Wat hoopvol is: studenten sprongen massaal in de bres voor die arbeiders. Ze zagen het niet als een ver-van-hun-bed-show, maar als een strijd voor hún toekomst: “als zo’n fabriek zomaar verdwijnt, wat zegt dat over onze werkzekerheid straks?”. In België blijft die solidariteit vaak uit. Bij Audi Vorst bleef het bij een paar mensen aan het piket. Maar het geloof dat die andere wereld onderweg is, leeft diep.

Meedenken met Caruna

“Het Caruna-initiatief is een belangrijk maatschappelijk debat dat dringend gevoerd moet worden, en het is bijzonder waardevol dat er ruimte wordt gecreëerd om dat mogelijk te maken”, vindt Anuna De Wever-van Der Heyden. Zij pleit ervoor om mensen die het meest geraakt worden in onze samenleving prioritair te betrekken bij het Caruna-initiatief. “Dat kan echt een verschil maken. Zij vormen de kern van dit proces, niet als doelgroep, maar als mede-eigenaars van de verandering.”

Tegelijk is het essentieel om kritisch te blijven kijken naar de bredere politieke en economische structuren, en naar de machtsverhoudingen die het vandaag bijzonder moeilijk maken om zorg werkelijk centraal te stellen.

Er schuilt ook een risico in het afronden van het lopend traject met een lijvig rapport vol aanbevelingen, zonder expliciete erkenning van de redenen waarom zulke aanbevelingen in de praktijk vaak niet worden gerealiseerd. Die oorzaken liggen vaak in structurele beperkingen en vormen van onderdrukking die diep verankerd zijn in het systeem zelf.

Anuna eindigt met deze boodschap: “Hopelijk is er ook ruimte voor die meer radicale hoofdstukken. Voor eerlijkheid over wat ons werkelijk tegenhoudt en voor de moed om dat onder ogen te zien.”

Meer lezen over humanitair activisme en maatschappelijke verandering

Deel op facebook