Fanny Dubois
Anders zorgen: de oproep van Fanny Dubois
Lees het artikel hieronder of download de pdf
Fanny Dubois is sociologe gespecialiseerd in volksgezondheid en secretaris-generaal van de Fédération des maisons médicales. Zij droeg in haar loopbaan de beide petjes van verpleeghulp op het terrein die dagelijks in contact komt met kwetsbare mensen en het strategische petje binnen het netwerk van ziekenfondsen, waar ze zich heeft beziggehouden met de uitdagingen voor de sociale zekerheid en de gezondheidsdemocratie. Vandaag staat ze bekend om haar geëngageerde stem in het publieke debat over de toekomst van ons zorgsysteem en haar pleidooi om de zorg te herdenken als een collectieve en creatieve menselijk relatie en niet als een kostenpost die om beheer vraagt.
Zorg, in de eerste plaats een relatie
Fanny Dubois wil zorg niet gereduceerd zien tot een technische handeling. Zorg is in de eerste plaats een menselijke relatie die vertrekt vanuit wederzijdse erkenning en aandacht. Een diep menselijke handeling die tot uiting komt in de ontmoeting tussen twee personen.
Haar eerdere ervaringen in de zorg werken door in haar visie. Ze haalt twee herinneringen aan. Een collega stond ooit aan het bed van een patiënt die niet lang meer te leven had. Op zulke momenten belichaam je iets absoluut essentieels: je begeleidt, je luistert, je bent er aan de zijde van een stervende persoon.
Haar verhaal over de poetshulp gaat in dezelfde lijn. Die vrouw stond altijd klaar, met haar emmer en haar humor, om zowel patiënten als verzorgenden een hart onder de riem te steken. “Ze had geen medisch diploma, maar kon als geen ander verbinding leggen, lijden verzachten en dus duidelijk zorg verstrekken aan de patiënten. Het zijn functies, vaak helemaal onder aan de ladder in de ziekenhuishiërarchie die nochtans een doorslaggevende rol spelen.
“Veel meer dan een post op een begroting is zorg om te beginnen het erkennen van een gedeelde menselijkheid.”
Die dimensie wordt bedreigd door de toenemende institutionalisering en bureaucratisering. Onder druk van de beheerslogica wordt de patiënt een nummer en komen de zorgkundigen terecht in een snelheidswedstrijd van technische ingrepen.
‘Zorgen’ is nochtans ook een kwestie van creativiteit. In de medische huizen bedenken de verzorgenden voor de psychische of sociale problemen oplossingen die buiten de platgetreden paden vallen: een gezin inschakelen, een buurtnetwerk, een sociaal werker, veel meer dan het zoveelste antidepressivum voor te schrijven.
De medische huizen in cijfers
Het netwerk van de medische huizen in België is volop in ontwikkeling. Bij de federatie zijn er in Wallonië en Brussel ondertussen bijna 140 aangesloten. En gemiddeld opent nog elke maand een nieuwe forfaitaire structuur haar deuren, sommige binnen de federatie, andere niet. In 2012 was 2,7 % van de Belgen ingeschreven bij een medisch huis, terwijl dat percentage in 2022 al 4,9 % bedroeg.
Elk medisch huis werkt als een klein buurtteam, van zo’n 10 à 20 professionals: huisartsen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, psychologen, sociaal werkers, gezondheidsconsulenten … Dat multidisciplinaire karakter is een centraal aspect van het model. Zo kunnen niet alleen antwoorden aangereikt worden voor medische maar ook voor sociale en psychische problemen.
De resultaten zijn duidelijk. Mensen die in een medisch huis gevolgd worden komen 30 % minder op de spoeddienst terecht dan het nationale gemiddelde. De forfaitaire financiering leidt ook tot een stabilisering van de gezondheidsuitgaven doorheen de tijd, omdat meer ingezet wordt op preventie en gezondheidsopvoeding dan op het accumuleren van technische handelingen.
Eén cijfer volstaat om het sociale belang van het model samen te vatten: de helft van de patiënten die in een medisch huis worden opgevangen leeft onder de armoedegrens. Zorg dragen is daardoor meer dan ziekten aanpakken. Het is ook begeleiden, opvoeden, verbindingen leggen en de solidariteit in de wijken versterken.
Bronnen:
- InterMutualistisch Agentschap: https://www.ima-aim.be/Huisartsencontacten-in-Belgie?lang=nl
- Fédération des Maisons Médicales: https://www.maisonmedicale.org/maison-medicale/
De medische huizen, laboratoria van de gezondheidsdemocratie
De medische huizen zijn ontstaan aan het eind van de jaren 1960 en verdedigen een holistische en gemeenschapsaanpak van gezondheid. Het model wordt forfaitair gefinancierd. Voor elke aangesloten patiënt krijg het huis een vast, maandelijks budget, om te investeren in preventie, gemeenschapsgezondheid en multidisciplinariteit.
Het model biedt een kostbare autonomie: men kan kiezen voor een sociaal assistent, psycholoog of gezondheidsconsulent in plaats van het geld aan technische ingrepen te besteden.
“De medische huizen zijn niet perfect maar vormen een sympathiek, klein laboratorium voor een andere denktrant.”
Ze tonen aan dat preventie en solidariteit op termijn goedkoper zijn dan hypergespecialiseerde technische zorg. Fanny Dubois beschrijft ze als gezondheidshuizen op de schaal van de wijk: kleine structuren die dicht bij de bewoners staan, verankerd zijn in het lokale weefsel en onderling verbonden tot een solidaire beweging.
forfaitaire versus prestatiegebonden financiering
In het klassieke model wordt elke medische handeling apart vergoed: raadpleging, onderzoek, voorschrift. Dat zet aan tot een logica van volume. In het forfaitaire model krijgt het medisch huis elke maand per aangesloten patiënt een bedrag, dat het kan investeren in preventie en gemeenschapsgezondheid, om het gebruik van onnodige technische handelingen te beperken. Volgens uiteenlopende studies zorgt dat model voor een beter toegankelijke zorg en een daling van de ziekenhuisfactuur.
De uitdagingen van vandaag: tekorten en druk op het systeem
De sector is vandaag ten einde raad. De ziekenhuizen melden chronische tekorten, de medische huizen zijn oververzadigd en kunnen de vraag niet meer bijbenen. Vacatures voor huisartsen raken soms maandenlang niet ingevuld.
Als Fanny Dubois met de teams op het terrein praat over het dringendste gezondheidsprobleem is hun antwoord unaniem: geestelijke gezondheid. Burn-out, sociaal isolement, complexe psychiatrische aandoeningen. Voor hun problemen vinden ze niet altijd een antwoord binnen het traditionele medische aanbod.
“Onze structuren zitten vol. We hebben dus niet zozeer meer scanners en andere medische apparatuur nodig, maar menselijke antwoorden vanuit de gemeenschappen.”
Het is een schrijnende paradox: terwijl de behoeften zich verplaatsen naar het sociale, naar preventie en psychologische ondersteuning blijven de technische handelingen het beste betaald.
De druk op het systeem is groot, maar Fanny Dubois ziet ook daar kansen om het systeem te herdefiniëren: weg van de dokter die alles kan, met een grotere openheid op de andere beroepen en gericht op de sociale gezondheidsdeterminanten, als huisvesting, voeding, milieu, sociale relaties en andere zorgoplossingen.
Het beroep van huisdokter is in volle evolutie
De tekorten treffen vooral de generalisten en het probleem is niet alleen kwantitatief: het beroep verandert ook.
De dorpsdokter was iemand die niet rekende, die zowel de medische als de sociale rol vervulde. De nieuwe generaties willen niet langer 80 uur per week werken. Ze kijken ook naar hun privéleven en kiezen vaker voor multidisciplinaire teams.
“De dokters van nu zijn daarom niet minder geëngageerd. Hun taak is tegelijk ook zwaarder geworden, met meer administratie en patiënten die met complexere problemen kampen.”
Daarbinnen nemen zeker de problemen op het werk een belangrijke plaats in. Burn-out, sociaal isolement, jopbgerelateerde mentale problemen: allemaal problematieken die het strikt medische kader te buiten gaan. Fanny Dubois vraagt zich af: “Waarom is het dan toch altijd weer de huisdokter die verantwoordelijk is voor die problemen terwijl ze afkomstig zijn uit de werksfeer?”
Die evolutie legt een diepe spanning bloot: de huisdokter is het bevoorrechte ankerpunt, maar kan hij of zij zomaar alles blijven beheren? Moeten we die zorg niet beter verdelen over meer actoren, zoals psychologen, maatschappelijk werkers, ondernemingen, overheidsinstellingen? De rol van de huisdokter herdefiniëren doet niets af van de waarde van zijn werk, integendeel. Zorg dragen is een collectieve verantwoordelijkheid die verder reikt dan alleen de medische consultatie.
De paradox van de mooie zorgtheorieën
Aan het discours zal het vandaag niet liggen: patiënt-partner, goal oriented care, preventie, gemeenschapszorg. De realiteit op het terrein is evenwel heel anders: tijdgebrek, budgettaire druk, krankzinnig werkritme.
Fanny Dubois vertelt dat het zorgpersoneel ‘quality time’ aan de patiënten zou willen besteden, met het oog op die brede, preventieve, multidisciplinaire aanpak. Maar de beheerslogica die wil standaardiseren en budgetten rationaliseren staat al te vaak op gespannen voet met die ambitie. Door de tijd te nemen kan de patiënt nochtans gemakkelijker zijn gezondheid in handen nemen. We zouden dat dus moeten zien als een investering die besparingen mogelijk maakt in het aantal doktersbezoeken. We hebben hier ook te maken met het principe van de robuustheid dat momenteel nogal populair is.
“We ontwikkelen de mooiste zorgfilosofieën, maar zonder de tijd om ze in de praktijk om te zetten, blijven het slogans.”
Die paradox illustreert perfect de kloof tussen de beleidsintenties en het dagelijkse leven van de zorgprofessionals.
Een samenleving die zorgt: openheid of op zichzelf teruggeplooid?
De zorg is meer dan alleen medisch, maar is ook een maatschappelijke keuze. Willen we evolueren naar een versnipperde samenleving die op zichzelf terugplooit en waar elk beroep zijn territorium verdedigt en elk individu zijn privileges? Of durven we een open, solidaire samenleving uitbouwen die ruimte laat voor andersheid?
Fanny Dubois ziet ruimten voor democratische dialoog als essentieel voor de toekomst van de zorg, waarbij zorgverleners, patiënten, onderzoekers en beslissingnemers als gelijken met elkaar in gesprek gaan. We mogen gezondheid niet overlaten aan de experts alleen. We moeten dat collectief bespreken.
“Als je erin slaagt om burgers en zorgverleners in een geest van samenwerking bijeen te brengen ontstaat een immens rijkdom.”
Haar boodschap is duidelijk: we moeten de corporatistische mentaliteit bestrijden en aanzetten tot dialoog. Gezondheid is immers een zaak van ons allen.
“We moeten proberen open te staan voor andersheid en voor verschil. Door vanuit onze diversiteit met elkaar in gesprek te gaan zullen we zorg kunnen opnemen voor elkaar.”
Caruna en de toekomst van de ‘zorg’
De ervaring van de medische huizen toont aan dat een ander model wel degelijk mogelijk is: onze collectieve visie op zorg die veel meer dan vroeger nabij, solidair en democratisch is. Maar Fanny Dubois wil dat graag nog meer opentrekken: inzetten op verbinding en samenwerking voorbij de structuren, en daar de hele samenleving bij betrekken.
Het project van Caruna kadert in zulk een dynamiek en opent het collectieve debat waarbij zorg niet langer gezien wordt als een kost die we moeten beheersen, maar als een investering in samen-leven.
“Ongeacht wat het probleem is, de gemeenschap is de oplossing.”
Meer lezen:
- revue de la Fédération des Maisons Médicales « Santé Conjuguée » : https://www.maisonmedicale.org/sante-conjuguee/page/2/