Deel op facebook

Laetitia Genin

Vrouwen het woord geven

Lees het artikel hieronder of download de pdf

Als Laetitia Genin het heeft over ‘zorgen’ of ‘zorg dragen’ is dat geen theoretisch concept. Als nationaal coördinator van Vie Féminine geeft ze een stem aan vrouwen in precaire situaties of die te maken hebben met isolement of geweld. Ze spreekt dus vanuit de doorleefde praktijk, ver van de studiebureaus.

“Alles wat ik te zeggen heb komt van ervaringsdeskundige vrouwen. Geen denkwerk uit ivoren torens maar zo uit de realiteit van het werkveld geplukt.”

De realiteit die uit het leven van de vrouwen van Vie Féminine naar voren treedt is dat zorgen een bron is van waardering en identiteitsvorming, maar tegelijk ook een opgelegde rol en strijdperk voor sociale rechtvaardigheid.

Laetitia Genin staat in voor de nationale coördinatie bij Vie Féminine, een feministische organisatie voor permanente vorming die actief is in de Federatie Wallonië-Brussel. Ze is opgeleid als sociaal assistente (HENam) en behaalde een master economisch en sociaal beleid aan de UCL. Vóór ze bij Vie Féminine ging werken was ze aan de slag als sociaal assistente in uiteenlopende projecten, rond sociale ondersteuning, gelijkheid man-vrouw en beleid inzake kansarmoedebestrijding.

Vie Féminine ondersteunt vrouwen in hun dagelijkse strijd tegen kansarmoede, geweld, isolement en gebrekkige zorgtoegang. De organisatie werkt met collectieve politieke en sociale denkgroepen waar vrouwen vanuit hun terreinervaring de input leveren.

Zorg als identiteit … én als opdracht

In de groepen binnen Vie Féminine profileren nogal wat vrouwen zich in de eerste plaats als moeders: “ik ben moeder van twee kinderen”. Die moederrol percipiëren ze als bepalend voor hun identiteit. De metafoor die sommigen gebruiken is die van Sjiva, de godin met de vele armen: altijd beschikbaar, multitaskend, een en al toewijding.

Maar binnen die waardering voelen ze zich tegelijk opgesloten. De samenleving blijft gewoon verwachten dat vrouwen zorg dragen, voor de kinderen, voor ouderen, voor het huishouden. Alsof dat hun ‘natuurlijke’ rol zou zijn.

“We verwachten van vrouwen dat ze zorgen, alsof dat aangeboren zou zijn.”

Die opdracht laat zich voelen vanaf de prilste jeugd en wordt doorgetrokken in de beroepskeuze. Vrouwen blijven overwegend aan de slag in beroepen als sociaal assistente en verpleeg- of zorgkundige. Die banen genieten echter weinig erkenning en de sector gaat gebukt onder een schrijnend gebrek aan waardering.

Een samenleving die heen en weer slingert tussen mobiliseren en uitsluiten

Er zijn ook positieve signalen. Laetitia Genin vermeldt de mobilisatie van de non-profitsector op 22 mei van dit jaar:

“Het stelt mij gerust dat er nog altijd gemobiliseerd kan worden. We wijzen het beleid af dat ons verdeelt.”

Maar tegelijk ziet ze een samenleving die almaar meer mensen uitsluit en gewelddadiger wordt. Wie zich in gunstige omstandigheden bevindt kan zich staande houden, maar de meest kwetsbaren gaan onverbiddelijk ‘overboord’.

Het politieke discours over de ‘toegankelijkheid’ van de zorg klinkt positief en lijkt mensen samen te brengen: het wekt de indruk dat we beter voor iedereen gaan zorgen. Maar bij nader toezien gaat achter de concrete mechanismen een andere realiteit schuil. Er is een bepaald publiek, relatief geïntegreerd en geïnformeerd, voor wie de toegang tot de zorg er inderdaad op verbetert. Voor wie al af te rekenen heeft met (kans)armoede, isolement, geweld of de digitale kloof kunnen diezelfde maatregelen de achterstand integendeel nog vergroten. De financiële, geografische en symbolische obstakels blijven bestaan of worden nog groter, zodat diegenen die al met moeite toegang krijgen tot het systeem er nu nog verder van weggehouden worden.

“De bevoorrechten kunnen hun koers voortzetten. De kwetsbaren verdwijnen van de radar.”

Drie cruciale uitdagingen voor de zorg

In het werk van Vie Féminine keren de volgende drie dimensies voortdurend terug: toegankelijkheid, de relatie met het zorgpersoneel en geestelijke gezondheid.

1. Toegankelijkheid

We mogen de toegankelijkheid niet beperken tot het financiële aspect. Laetitia Genin onderscheidt ook hier drie dimensies:

Financieel: er bestaan terugbetalingsmechanismen die evenwel niet ten goede komen aan de meest kwetsbaren. Veel vrouwen laten na om zichzelf te verzorgen, ten voordele van hun kinderen. “Hun zelfzorg beperkt zich tot Dafalgan”, zegt ze beteuterd.

Geografisch: in landelijke gebieden maken een gebrek aan mobiliteit, samen met het rationaliseren van de gezondheidsdienstverlening de toegang tot de zorg bijna onmogelijk.

Symbolisch: ergens (op je plaats) mogen zijn, gehoord en geloofd worden. Veel vrouwen zeggen: “De dokter had nog niet naar me geluisterd en wist al wat ik had”.

“Symbolische toegankelijkheid is de eerste voorwaarde: als ik me niet gehoord voel, ga ik niet.”

2. De relatie met het zorgpersoneel

De vrouwen uiten hun boosheid: zorg wordt afgehaspeld, zonder te luisteren, er is geen tijd. Maar boven op die boosheid komt al gauw empathie. Velen kennen in hun naaste omgeving wel een uitgeputte verpleegkundige die het slachtoffer is van een organisatie in crisis.

“Wij stellen de structurele organisatie van de zorg aan de kaak. Die gaat gepaard met organisch en systemisch geweld. Verzorgenden lijden daar net zo goed onder als de gebruikers.”

3. Geestelijke gezondheid

Het thema van de geestelijke gezondheidszorg is lange tijd onzichtbaar gebleven, hoewel het een van de fundamentele pijlers vormt. De geestelijke gezondheidszorg wordt structureel verwaarloosd: de werkomstandigheden verslechteren, er is de druk om ‘almaar harder te werken’ en er is geen tijd voor de naasten.

Geestelijke gezondheidszorg gaat niet enkel over het vergoeden van de sessies bij de psycholoog, maar is ook een kwestie van maatschappelijke organisatie: van tijd, balans en erkenning.

Naar een zorgende samenleving

Voor Laetitia Genin kan het verbeteren van ons zorgsysteem niet beperkt blijven tot wat meer terugbetalen of enkele nieuwe diensten openen. Er moet een fundamentele verandering komen.

Zij dringt om te beginnen aan op nabijheid. In getuigenissen van vrouwen komt de figuur van de huisdokter altijd weer als essentieel naar voren. Zij of hij kent de buurt, het gezin, soms al generaties lang. De dokter is een vertrouwde persoon die je tegenkomt in de supermarkt, op school, op straat. Uit die vertrouwensrelatie ontstaat een gevoel van veiligheid en verbondenheid. Vandaag wordt die nabijheid evenwel bedreigd door het beleid van rationalisering dat diensten concentreert en de afstand tussen zorgverleners en -ontvangers vergroot.

Maar ‘zorg dragen’ houdt niet op aan de ingang van het ziekenhuis of de deur van het dokterskabinet. Zorg gaat ook om de tijd die men aan de kinderen of aan een bejaarde ouder besteedt, om de mogelijkheid om een engagement in een vereniging op te nemen, om wat in de gemeenschappelijke moestuin werken, om zorg dragen voor de natuur. Zorg is ook solidariteit tussen buren, of aandacht voor de kwetsbaarsten onder ons.

“Zorg dragen is zoveel meer dan gezondheidszorg alleen. Het gaat om een manier om samen in het leven te staan.”

De zorg herwaarderen veronderstelt dus erkennen dat hij deel uitmaakt van ons ‘samen-leven’, er tijd en middelen voor uittrekken en er vooral daadwerkelijk rekening mee houden.

Van symbool naar echte verandering

De afstand tussen het politieke discours en de doorleefde realiteit van de vrouwen is immens. De gezondheidscrisis had al kortstondig het belang van de zorg aangetoond. In 2020 beloonden we de zorgsector elke avond met een applaus. Drie jaar later overheerst alweer de geringschatting. Voor Laetitia Genin blijkt uit die ommekeer een dieper onbehagen: we hebben collectief de neiging om de zorg symbolisch naar waarde te schatten, maar zonder er de nodige middelen aan toe te kennen opdat hij kan floreren.

De vrouwen van Vie Féminine herinneren eraan dat zorgen niet beperkt mag zijn tot een individuele verantwoordelijkheid. Het is onrechtvaardig om van een moeder te verwachten dat ze haar gezin ‘beter voedt’, als gezonde voeding financieel buiten bereik blijft. Eisen dat we almaar harder werken en daarbij hopen dat het geestelijk evenwicht bewaard blijft, komt neer op de realiteit ontkennen van wie nu al uitgeput is. En over gelijkheid praten, tot slot, zonder het werk anders te organiseren of de huishoudelijke taken te herverdelen is lippendienst aan het symbolische en de structurele oorzaken ongemoeid laten.

De boodschap is duidelijk: als we een echt zorgzame samenleving willen, moeten we zorg beschouwen als een collectieve verantwoordelijkheid, die berust op een ambitieus overheidsbeleid en niet als een persoonlijke keuze, zonder meer.

Buitenlandse voorbeelden, met name uit Scandinavische landen, kunnen ons op een aantal punten inspiratie bieden (beter verdeeld ouderschapsverlof – zie kaderstuk), maar het belangrijkste is toch om hier te vertrekken van een nieuw maatschappelijk paradigma.

“Zorg dragen is de verantwoordelijkheid van ons allen, mannen en vrouwen.”

Het Noorse systeem van ouderschapsverlof

In Noorwegen bestaat voor jonge ouders een gul en egalitair systeem van zorgverlof. Ze kunnen kiezen tussen 49 of 59 weken (bij 80 %) en die periode wordt opgesplitst in drie delen: een niet-overdraagbaar deel voor de moeder, een niet-overdraagbaar deel voor de vader (momenteel elk 15 weken), en een gedeelte dat ze naar eigen goeddunken vrij kunnen verdelen. (bron)

Met dit systeem wil het beleid een ‘dual earner – dual carer’  samenlevingsmodel promoten dat de verantwoordelijkheid voor de gezinszorg gelijk over beide ouders verdeelt, wat de gendergelijkheid zowel thuis als op het werk ten goede moet komen. (bron)

collectieve veranderingen aandurven

Het getuigenis van Laetitia Genin is tekenend voor de paradox dat vrouwen een groot deel van de zorg voor hun rekening blijven nemen, maar in omstandigheden die hen kwetsbaarder maken en de ongelijkheid versterken.

De zorg herdenken moet dus gepaard gaan met het afwijzen van uitsluiting en institutioneel geweld en de samenleving structureel durven veranderen. Aan het eind van ons gesprek vroegen we Laetitia Genin nog naar welke uitspraak ze na deze boeiende babbel graag zou willen verwijzen. Ze heeft ons daarop het volgende getuigenis van een deelneemster toevertrouwd: “Wij vrouwen dragen de verantwoordelijkheid voor de gezondheid van anderen. Maar wie zorgt er voor ons?! Het is altijd maar meer, altijd weer meer! Onze samenleving ziet af, maar wie gaat er voor haar zorgen?!”

 “Zorg dragen is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid.”

Meer lezen

  • Laetitia wijst tot slot nog graag naar de studie van Vie Féminine die een feministische kijk op gezondheid ontwikkelt.
Deel op facebook